Door de coronacrisis verwacht 71 procent van de taxichauffeurs in de opstap- en bestelmarkt volgend jaar niet meer in dit vak werkzaam te zijn. Dat blijkt uit een enquête van vakbond FNV onder chauffeurs die rijden voor taxicentrales en platforms als Uber.
Beide groepen zien het somber in. Van de platformchauffeurs verwacht 76 procent met dit werk te stoppen; bij de chauffeurs die zijn aangesloten bij taxicentrales is dat 68 procent. Deze groep gaat in de huidige crisis vooral uit van zelfredzaamheid, zo wijst de enquête uit. De andere categorie verwacht ook hulp en compensatie van het platform waarvoor ze rijden. Voor de crisis draaiden platformchauffeurs gemiddeld 32 procent minder omzet per week dan chauffeurs bij een centrale; chauffeurs uit beide groepen werkten gemiddeld 50 uur per week.
Bijna geen buffer
Van de chauffeurs die de enquête hebben ingevuld, is 72 procent gestopt omdat er geen werk meer is of omdat ze zich onveilig voelden. De chauffeurs die wel doorwerken, doen dat uit pure noodzaak, omdat ze anders hun vaste lasten niet kunnen betalen. Uit de enquête blijkt ook dat slechts 10 procent van de taxichauffeurs een buffer heeft opgebouwd. Een van de platformchauffeurs zegt daar het volgende over: “De kosten gaan door, ik betaal alleen al 1.250 euro per maand aan lease en verzekering. Er word niets geregeld vanuit Uber en ook de maatregelen voor onze veiligheid, zoals een goed scherm, kwamen heel laat.”
Geen eigen klantenkring
Amrit Sewgobind, bestuurder bij FNV Flex en Handhaving. “We zien in de hele enquête duidelijke verschillen tussen zelfstandig taxichauffeurs en platformtaxichauffeurs. Ik vind het niet verrassend dat platformchauffeurs compensatie verwachten. Deze platforms, zoals Uber, hebben zich altijd gedragen als werkgever, waardoor de chauffeurs bijvoorbeeld nooit een eigen klantenkring hebben kunnen opbouwen. Daardoor is hun verwachting naar de toekomst ook somberder. De platforms hebben ze afhankelijk gemaakt van de app, maar trekken nu tijdens de crisis hun handen van de chauffeurs af.”
